
Wet invoering m.d.g.o.
Artikel 4
1
Bij de samenstelling van het invoeringsplan en het aanvullend plan, bedoeld in artikel 3, wordt uitgegaan van verzoeken, bij Onze minister ingediend door of namens het bevoegd gezag van een bestaande school, alsmede van de in de tweede volzin van dit lid bedoelde deelplannen, alsmede van de door Onze minister noodzakelijk geachte rijksscholen. Indien het verzoek namens het bevoegd gezag wordt ingediend door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die zich de bevordering van het voortgezet onderwijs ten doel stelt, is het vervat in een deelplan waarin zijn opgenomen de nieuwe scholen en afdelingen waarvan de aanvang van de bekostiging in het jaar 1984, alsmede de afdelingen waarvan de aanvang van de bekostiging in het jaar 1985 door die rechtspersonen wordt voorgestaan.
2
De verzoeken worden voor 1 november 1982 bij Onze minister ingediend. Zij zijn met redenen omkleed, vermelden de afdelingen die de nieuwe school zal omvatten alsmede de plaats van vestiging van die school, en gaan vergezeld van een prognose omtrent de te verwachten omvang. Onze minister kan nadere voorschriften geven met betrekking tot de bij het verzoek over te leggen prognose en overige bescheiden. Deze voorschriften worden in de Nederlandse Staatscourant openbaar gemaakt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.